- bevriezen
- {{bevriezen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [algemeen]geler2 [figuurlijk]se glacer♦voorbeelden:1 de planten zijn bevroren • les plantes ont geléde ruiten zijn bevroren • les vitres sont givréesbevroren sneeuw • neige glacée〈figuurlijk〉 ik ben half bevroren • je suis gelé2 zijn toon deed mij bevriezen • le ton de sa voix me glaçaII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [in vaste toestand doen overgaan] geler2 [niet meer verhogen; niet uitbetalen] geler⇒ bloquer♦voorbeelden:2 de lonen bevriezen • bloquer les salaires
Deens-Russisch woordenboek. 2015.